Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

prolongatie

betekenis & definitie

Lat., v. (-s),

1. verlenging van een tijdsduur, van de geldigheid van een overeenkomst, van een geding, m.n. verlenging van een betalingstermijn;
2. vorm van effectenkrediet: effecten, fondsen in nemen, als onderpand van verstrekt geld;
3. (metonymisch) stuk(ken) in prolongatie; rente voor prolongatie.

Prolongatie is een vorm van effectenkrediet, waarbij men effecten koopt op krediet (soms tot 80 % of 90 % van de aankoopprijs der effecten) en de gekochte effecten als onderpand dienen. Deze kredietvorm komt buiten Nederland, b.v. te New York, veel voor. In Nederland was prolongatie een geldlening tegen onderpand van effecten voor de tijd van een maand. Indien echter geen van beide partijen uitdrukkelijk te kennen gaf dat zij de lening wilde doen beëindigen, werd deze stilzwijgend voor een maand verlengd (geprolongeerd). De geldgever had uitsluitend na afloop van de maandtermijn het recht van opeising of aanzegging; de geldnemer daarentegen het recht tot vervroegde terugbetaling, maar moest dan tenminste 15 dagen rente vergoeden. Een onderpand moest in de regel tenminste 20 % overwaarde hebben.

Vóór 1914 was het prolongatiekrediet zeer in zwang en vormde het een belangrijk onderdeel van de geldmarkt in Nederland. De op prolongatie verstrekte gelden werden voornamelijk voor speculatieve effectenaankopen aangewend (d.i. het in onderpand geven van effecten die men wel gekocht maar nog niet betaald heeft). Als gevolg van de beurssluiting (1914) werden de aldus verstrekte voorschotten echter illiquide en werd het vertrouwen in deze kredietvorm geschokt. Na 1918 heeft de prolongatie dan ook steeds meer van haar betekenis verloren en heeft zij haar plaats voor een belangrijk deel moeten afstaan aan de voorschotten op effecten in rekening-courant. Laatstgenoemde vorm van effectenkrediet sluit nl., in tegenstelling tot die met vaste termijnen (effectenbelening en prolongatie), beter aan bij de wisselende geldbehoefte van de effectenbezitters. Krachtens de Beschikking Beursverkeer 1947 zijn speculatieve prolongatiekredieten verboden. Men mag alleen geld lenen op onderpand van effecten die men reeds in eigendom heeft.

De prolongatierente werd vroeger officieel genoteerd; thans wordt zij dagelijks ambtshalve door het Bestuur van de Vereniging door de Effectenhandel vastgesteld en gepubliceerd in de Officiële Prijscourant. Zij vormt nog steeds de basis voor rentetarieven op andere overeenkomsten, zoals voorschotten in rekening-courant (waarvan de rente doorgaans gelijk is aan de gemiddelde prolongatierente over de looptijd van de rekening vermeerderd met 1,8 %). Op haar beurt wordt zij in de regel afgestemd op het promessedisconto. Van belang is de herbelenings- of herprolongatieclausule, volgens welke de geldgever de in onderpand ontvangen stukken op zijn beurt mag gebruiken als onderpand voor op te nemen gelden. In verband met de handhaving van haar liquiditeit is de mogelijkheid tot herprolongatie voor de banken van grote betekenis.

In België is prolongatie wel toegestaan; zij valt ook onder het begrip belening van effecten.

< >