Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

progesteron

betekenis & definitie

o., steroïdhormoon dat gevormd wordt in het corpus luteum (gele lichaam), in de placenta en bij man en vrouw als tussenprodukt in de bijnierschors (waar biosynthese van andere steroïdhormonen plaatsvindt).

De produktie en afscheiding van progesteron neemt zeer snel toe na de ovulatie (tweede helft van de menstruele cyclus). De grootste afscheiding vindt plaats vlak voor de menstruatie of na de bevruchting aan het einde van de zwangerschap. Progesteron beïnvloedt het slijmvlies van de baarmoeder zodanig dat dit geschikt wordt voor het opnemen van de bevruchte eicel en in staat blijft de zwangerschap in stand te houden. Na de innesteling van de bevruchte eicel blijft het corpus luteum progesteron produceren, dat nu zorgt dat er geen verdere follikels rijpen, er geen eicellen vrijkomen en dat de prikkelbaarheid van de uterusspieren vermindert, waardoor voorkomen wordt dat de uitgroeiende vrucht als vreemd lichaam onvoldragen wordt uitgestoten. Tijdens de zwangerschap bevordert progesteron in samenwerking met oestrogene hormonen de uitgroei van klierweefsel in melkklieren.

In het bloed wordt progesteron, aan niet-specifieke eiwitten gebonden, vervoerd en in de lever omgezet tot pregnandiol en pregnantriol, waarna het met de urine wordt uitgescheiden. Dit is o.a. van belang bij vruchtbaarheidsonderzoek om vast te stellen of ovulatie heeft plaatsgevonden. Aangezien progesteron de rijping en uitstoting van nieuwe eicellen remt, kan het gebruikt worden om zwangerschap te voorkomen. Daarnaast wordt het ook toegepast bij menstruatiestoornissen en bij dreigende miskraam. Progesteron wordt op grote schaal synthetisch bereid, ook als tussenprodukt voor de bereiding van andere hormonen.

< >