v. (-sen), groep kinderen die enige tijd les krijgen van leraren van een school voor voortgezet onderwijs, alvorens zij tot deze school worden toegelaten.
In de proefklas worden de reacties van de aanstaande scholieren op o.a. nieuwe leerstof onderzocht. In Nederland is de proefklas voor het eerst in 1930 aan het Stedelijk Gymnasium te Arnhem ingevoerd, om een betere indruk van de toekomstige leerlingen te krijgen dan het advies van het hoofd der school of een toelatingsexamen gewoonlijk gaven. De proefklas is met wisselend succes op verscheidene scholen beproefd, maar na de invoering van de Mammoetwet is de belangstelling ervoor verminderd. De brugklas is ook een soort proefklas. De wet bepaalt echter nog dat een proefklas als selectiemiddel voor de toelating naast het oordeel van het hoofd mag worden gebruikt.
LITT. H.W.F.Stellwag, Selectie en selectiemethoden (1955).