o. (-drijven), (ook: proef boerderij, proeftuin) landen tuinbouwbedrijf waar een nieuwe of afwijkende bedrijfsvoering op praktijkschaal wordt beproefd.
Er zijn in Nederland 54 proefbedrijven voor verschillende bedrijfstakken in de tuinbouw, akkerbouw en veehouderij, die opgericht zijn door landbouworganisaties en waaraan de overheid 50 % subsidie verleent op het bedrijfsverlies. De proefbedrijven zijn landelijk gespreid opdat in de proefnemingen de regionale verschillen in grondsoort, waterhuishouding, klimaat, bedrijfstypen e.d. tot uiting kunnen komen. Er bestaat een nauwe samenwerking tussen proefbedrijven en de landbouwkundige proefstations en de landbouwvoorlichtingsdiensten ten aanzien van het opzetten en verrichten van de proefnemingen en het verspreiden van de bereikte resultaten. Een aantal proefnemingen dient ter bevestiging van bereikte onderzoekresultaten elders en zijn vooral bestemd ter instructie in de praktijk. Een aantal instituten voor landbouwkundig onderzoek beschikt over eigen proefbedrijven waar nieuwe methoden, veesoorten, gewasvariëteiten, machines e.d. op de mogelijkheid van toepassing worden getoetst maar die in de regel nog in het experimentele stadium verkeren. Voorts zijn er proefbedrijven van het particuliere bedrijfsleven zoals veevoederfabrieken waarin de eigen produkten worden getest.
In België zijn 37 proefbedrijven die voorlichting en demonstraties geven en die gelijkmatig over het land zijn verdeeld.