[Gr. prodromos, voorbode], verschijnselen van min of meer algemene aard die aan die van een zich ontwikkelend ziekteproces voorafgaan. Een algemeen gevoel van ziek zijn kan nog niet tot de diagnose van de eigenlijke ziekte voeren; een neusbloeding in het begin van een buiktyfus is niet voldoende om de zich ontwikkelende tyfus te herkennen.
Vooral bij het epileptische insult zijn prodromale verschijnselen bekend (aura).
