het proces dat de energie in het sterinwendige vrijmaakt in de vorm van straling. De waargenomen straling (licht) van een ster is een secundaire emissie.
De straling van de primaire emissie wordt namelijk op de weg naar het steroppervlak vele malen geabsorbeerd en gereëmitteerd, waardoor de spectrale samenstelling hiervan sterk wordt gewijzigd. De energie in het sterinwendige komt vrij door kernfusiereacties, in verreweg de meeste gevallen reacties waarbij uit vier waterstofkernen (protonen) een heliumkern gevormd wordt. In koele sterren (o.a. de zon) met een temperatuur in de kern <15 mln. K verloopt de kernfusie langs de protonenreeks. In hete sterren speelt vooral de koolstofkringloop (CNO-cyclus) een rol. Bij zeer hete sterren (kerntemperatuur 100 mln.
K) treedt helium verbranding op. De mate waarin energie wordt opgewekt is bij de verschillende reacties sterk afhankelijk van de temperatuur, bij de protonenreeks met de 4e macht, bij de CNO-cyclus met de 18e macht. ster.