o., (fysiologie) het oplossend vermogen voor zintuigprikkels van dezelfde modaliteit.
Het prikkelonderscheidingsvermogen kan b.v. de kwantiteit (b.v. geluidsterkte), de kwaliteit (b.v. kleurnuance), de lokalisatie in de ruimte of de tijd betreffen. Het onderscheidingsvermogen voor zintuigprikkels kan men o.a. met de dressuurmethode bepalen. Hiertoe wordt b.v. het klinken van een geluid met toonhoogte x steeds gecombineerd met beloning en van een geluid met toonhoogte y steeds met bestraffing. Vervolgens wordt het hoogteverschil tussen beide tonen geleidelijk kleiner genomen. Kan het proefdier blijkens zijn reacties geen onderscheid tussen beide geluiden maken, dan is de beoogde onderscheidingsdrempel voor toonhoogte bereikt.