zich noemende: abbé Prévost (d’Exiles), Frans schrijver, *1.4.1697 Hesdin, ♱25.ll.1763 Chantilly. Prévost werd in 1720 benedictijn en in 1726 priester.
In 1727 ontvluchtte hij zijn orde en vaderland en leefde gedurende zeven jaar in Engeland en Holland in ballingschap. In deze tijd schreef hij zijn Mémoires et aventures d’un homme de qualité qui s’est retiré du monde (7 dln. 1728— 31) en zijn moraliserende zedenroman Histoire de M.Cleveland, fils naturel de Cromwell (1732). Tevens verdiepte hij zich in de Engelse letterkunde. Teruggekeerd te Parijs schreef hij nog verscheidene romans en maakte hij zich verdienstelijk door vele Engelse romans in het Frans te vertalen, m.n. die van Richardson (o.a. Pamela, Clarisse Harlowe, Grandison). Van 1730-33 gaf hij, in navolging van de Engelse Spectator, een kritisch en informatief tijdschrift uit: Le Pour et le Contre.
Prévost is vooral van belang als auteur van Manon Lescaut (opgenomen in zijn Mémoires), waarin scherp de zeden van zijn tijd naar voren komen en waarin op klassieke wijze een fatale liefdeshartstocht wordt geanalyseerd. Op basis van dit verhaal componeerde C. Puccini de gelijknamige opera (1893).
LITT. H.Roddier, Prévost (1955); C.E.Engel, Le véritable abbé Prévost (1958); J.Sgard, Prévost romancier (1968).