Jacob (Jacques), Ned. historicus en letterkundige, *24.2.1899 Amsterdam, ♱30.4.1970 Amsterdam. Presser werd in 1946 lector in de nieuwste geschiedenis, in 1947 ook lector aan de faculteit voor politieke en sociale wetenschappen aan de universiteit van Amsterdam, waar hij in 1948 tot hoogleraar benoemd werd.
Als opvolger van J. Romein werd hij in 1959 hoogleraar in de algemene en vaderlandse geschiedenis aan de faculteit der letteren. Als geschiedschrijver betoonde Presser zich een begaafd en veelzijdig man, met grote aandacht voor het individu in de historie, zoals dit uit de zgn. egodocumenten blijkt. Verscheidene geschiedwerken van Presser hebben een groot publiek bereikt, vooral door zijn verteltrant: De Tachtigjarige Oorlog (1941; 5e dr. 1975), Napoleon (1946; 5e dr. 1974), Ondergang (2 dln. 1965; officiële, in regeringsopdracht geschreven geschiedenis van de vervolging der Ned. joden). Presser heeft ook poëzie en verhalend proza geschreven, m.n. speurdersromans. Werken: Amerika (1949; herdr. 1976), Gewiekte wielen (1951), Europa in een boek (1963), Joden en dagboeken (in: Tijdschrift voor Geschiedenis 83, 1970). Uitgaven: Uit het werk van dr.J.Presser (1969); Gesprekken met J.Presser (1972).
LITT. J.Presser, geschenk van vrienden bij zijn zestigste verjaardag (1959).