[Lat.], o. (-tieven), voorrecht, m.n. van een staatshoofd.
Een prerogatief zou zonder medewerking van of buiten verantwoordelijkheid tegenover de volksvertegenwoordiging kunnen worden uitgeoefend: het openen, verdagen en sluiten van een zitting van de volksvertegenwoordiging, het ontbindingsrecht, het recht van gratie en het recht van de munt.