v./m. (-s), (effectenhandel) vorm van speculatie met beperkt risico (opties).
Door premieaffaires kan men gedurende een van te voren bepaalde beperkte tijd (b.v. 1 dag, 1 week, 2 weken, 1 maand, 2 of 3 maanden, echter meestal 1 of 3 maanden) belang nemen bij de koersontwikkeling van een fonds, hetzij à la hausse hetzij à la baisse, waarbij het verlies gelimiteerd is tot het bedrag van de premie plus de hierop te betalen provisie; de winst is niet aan grenzen gebonden. Voordelen zijn, behalve de beperking van een mogelijk verlies, de omstandigheid dat geen grote geldbedragen vastgelegd behoeven te worden in een haussespeculatie of dat geen moeilijkheden bestaan om stukken te lenen bij een baissespeculatie. Een nadeel is dat de premieaffaire slechts geldt voor een beperkte termijn, waarin misschien geen winst gerealiseerd wordt, terwijl na afloop wel de beoogde koersontwikkeling optreedt; ook stijgt de premie naarmate de geldigheidsduur der transactie langer is. De premieaffaires zijn weliswaar zaken op toekomstige levering, maar het is niet steeds de bedoeling van partijen om inderdaad te leveren en te ontvangen. In het algemeen worden premieaffaires afgesloten in fondsen met levendige en ruime markt, die behoorlijke koersfluctuaties vertonen.
Men onderscheidt drie vormen:
1. De premieaffaire te leveren (call), waarbij de koper van een premie (premiegever) tegen betaling van de premie het recht verkrijgt om binnen een vastgestelde termijn een bepaald aantal effecten te ontvangen tegen een overeengekomen koers. Hij kan naar eigen keuze al dan niet van zijn recht gebruik maken de fondsen op te vragen. In de regel wordt dit soort affaires afgesloten indien men een koersstijging van een bepaald fonds verwacht. De betaalde premie wordt dan ook wel hausse-of opvraagpremie genoemd. Daalt, tegen de verwachting in, de koers, of stijgt deze niet voldoende om de kosten voortvloeiende uit aan-en verkoop goed te maken, dan zal de premiegever van zijn recht geen gebruik maken. Het betaalde bedrag is dan verloren, maar het verlies blijft tot slechts dit bedrag beperkt. Pas indien de koers zodanig is gestegen dat de te behalen koerswinst de betaalde premie en kosten te boven gaat, zal tot opvraging van de fondsen worden overgegaan.
2. De premieaffaire te ontvangen (put), waarbij de premiegever tegen betaling van de premie het recht verkrijgt binnen een overeengekomen termijn een bepaald aantal stukken tegen een tevoren
premiegrens.
Deze affaires worden afgesloten indien men een daling van het koerspeil verwacht. De betaalde premie staat in dit geval bekend als baisse-of aanzegpremie. Men zal van het recht gebruik maken, indien de koers zover daalt dat de aangezegde stukken ter beurze kunnen worden gekocht tegen een zodanige koers, dat na aftrek van kosten voor aan-en verkoop, een voordelig verschil resteert,
3. De dubbele premieaffaire (put and call; stellage), een combinatie van beide voorgaande affaires, waarbij men kan opvragen óf kan aanzeggen óf geen van beide kan doen. Winst treedt op als de koers naar boven of naar beneden verder afwijkt van de overeengekomen koers dan het betaalde bedrag. Premieaffaires hebben het nadeel dat een eenmaal afgesloten affaire niet meer kan worden verhandeld of teruggedraaid. Daarom is men op verschillende effectenbeurzen overgegaan tot het organiseren van optiebeurzen, waar eenmaal gekochte resp. verkochte opties weer kunnen worden verkocht resp. teruggekocht. (optie, optiebeurs). Premieaffaires hebben hun oorsprong niet aan de effectenhandel te danken, want reeds in de 17e eeuw kwam in de Ned. Republiek tussen kooplieden een levendige handel in opties voor, met het doel zich te verzekeren tegen het eventueel verloren gaan van schepen met ladingen op weg naar de thuishaven. In verband met de onzekerheid of het eigen schip de thuishaven zou bereiken, sloot men opties af op de lading van een ander schip.
LITT. J.F.Bangert & Co., Wat kunt u doen met aandelenopties? (z.j.).