(ook: chemische evolutie), natuurwetenschappelijke theorie betreffende de chemische veranderingen op aarde, nadat deze afgekoeld was, die uitliepen op het ontstaan van het eerste leven. Experimenteel verkregen gegevens gesteund door geologische experimenten lijken te leiden tot de conclusie dat chemische stoffen die onontbeerlijk zijn voor het leven, ontstaan zijn uit eenvoudige organische verbindingen door de werking van hoge temperaturen, ultraviolet licht, elektrische ontladingen e.d. op gassen in de primitieve aardatmosfeer.
Deze oeratmosfeer had, volgens moderne onderzoekers, een geheel andere samenstelling dan de tegenwoordige, en bevatte o.a. methaan, ammoniak, waterstof, terwijl vrije zuurstof nagenoeg ontbrak. De prebiotische evolutie is in de plaats gekomen van de door Pasteur e.a. weerlegde theorie van de generatio spontanea (abiogenese).