[Mal. perahu, vaartuig], v./m. (-en), boomstamkano, een boottype in de Indonesische Archipel en Oceanië.
In zijn eenvoudigste vorm (een uitgeholde boomstam voortbewogen met behulp van pagaaien) komt de prauw bij vrijwel alle volken die bij water wonen voor. Voor het uithollen van de boomstam wordt vaak gebruik gemaakt van vuur. De uitgeholde boomstamprauw stelt de mensen in staat te varen op relatief kalm water, zoals meren, lagunes en rivieren. Voor het bevaren van de zee zijn uitgebreidere voorzieningen nodig. De meest vernuftige prauwen voor de zeevaart zijn gemaakt in Oceanië. Grote uitgeholde boomstamprauwen werden hier voorzien van met planken verhoogde boorden en een of soms twee uitleggers (vlerkprauw), die de stabiliteit van het vaartuig aanzienlijk vergrootten.
Deze oceaanprauwen, waarmee reizen van vele maanden werden gemaakt, waren vaak voorzien van zeilen en versierd met houtsnijwerk. De grote oorlogsprauwen van de Maori zijn de beste voorbeelden van het Polynesische meesterschap in scheepsbouw en navigatie. Op sommige plaatsen werden ook prauwen gemaakt van boomschors of huiden, gespannen over een geraamte van hout of beenderen, b.v. de kajak van de Eskimo’s.
LITT. P.H.Buck. Vikings of the sunrise (1938).