[Lat.], o., tegenwoordige tijd, term uit de traditionele spraakkunst.
De term praesens dient ter aanduiding van werkwoordsvormen die aangeven dat de handeling of het proces door het werkwoord aangeduid, zich afspeelt,
1. hetzij op het moment van spreken,
2. hetzij op het ogenblik dat door de spreker als heden wordt voorgesteld,
3. hetzij zonder enige aanduiding van de tijd. Ned. voorbeelden die hiervan een indruk geven:
1. ik huil;
2. Ik vlieg hem naar de keel (in een verhaal dat de spreker doet);
3. water kookt bij honderd graden. De bepaling van de waarde van het praesens is alleen mogelijk in het kader van het gehele systeem van werkwoordsvormen. verbum.