Belg. componist, *7.5.1901 Vilvoorde. Poot studeerde aan de conservatoria te Brussel en Antwerpen, later bij P.→Gilson.
In 1924 richtte hij, samen met Gilson, de Revue Musicale Beige op. In 1925 stichtte hij de componistengroep Les Synthétistes, waarvan o.a. Bernier, Brenta, De Bourguignon en Schoenmaker medeleden waren. Nadat Poot in 1930 de Rubensprijs had behaald, studeerde hij te Parijs aan de École normale de musique, bij P.→Dukas. Van 1949—66 was hij directeur van het conservatorium te Brussel. Hij is voorzitter van de jury bij de Internationale Muziekwedstrijden Koningin Elisabeth.
Naar stijl behoort Poot door klare vormgeving, lichte instrumentatie en doorgaans optimistische toon tot het neoclassicisme. Composities: opera: Moretus (1943); ballet: Pygmalion (1952); radiospel: Le jeu de Robin et de Marion (1934); oratorium: Icaros (1945); orkestwerk: Jazz music (1930), Vrolijke ouverture (1934), 2e symfonie (1938), Rhapsodie (1947), 3e symfonie (1952); pianoconcerto (1962), Engelse suite (1965); kamermuziek, pianowerk en liederen. LITT. C.van den Borren, M.Poot (1953).