(politoerde, heeft gepolitoerd), 1. met politoersel glad en glanzig maken (e); 2. netjes maken, opknappen.
(e) De bij het politoeren opgebrachte deklaagjes bestaan uit een mengsel van schellak en gekookte lijnolie. De poriën van het hout worden gelijktijdig gevuld en er ontstaat een spiegelglad oppervlak. Tegenwoordig wordt het politoeren praktisch niet meer toegepast, omdat het te arbeidsintensief is (→oppervlaktebewerking).