[Eng.], o., een van oorsprong Amerikaans kaartspel, dat gespeeld kan worden door twee tot acht personen.
(e) Bij poker ontvangt iedere speler vijf kaarten en geeft een inleggeld. Elke speler mag éénmaal tot ten hoogste drie kaarten inruilen tegen een koopsom, bedoeld om een zo hoog mogelijk gewaardeerde combinatie van kaarten te verkrijgen: two of a kind, two pairs, three of a kind, kleine straat (straight), grote straat, flush, full house, four of a kind (carré), straight flush, royal straight flush en poker. Door een bepaalde inzet kondigt een van de spelers poker aan. De andere kunnen dan passen (waarbij de speler van de poker alle inleggelden ontvangt, zonder dat hij zijn kaarten behoeft te tonen, en aldus kan bluffen), verkopen en overbieden. Tenslotte worden de kaarten blootgelegd en ontvangt de beste pokerhand de pot. Poker wordt ook met pokerstenen gespeeld.
LITT. F.R.Wallace, Poker (1976).
