Gaius Secundus, bijg. Maior (de Oudere), Romeins geleerde en schrijver, *23 Novum Comum, ✝️24.8.79 bij Misenum.
Plinius geldt als de grootste encyclopedist van de Romeinen na Varro. Na te Rome een uitstekende opvoeding te hebben genoten, nam hij als ruiterij-officier deel aan veldtochten in Germanië, bekleedde onder Vespasianus in verscheidene provincies belangrijke betrekkingen, werd tenslotte opperbevelhebber van de te Misenum gestationeerde vloot. Zijn geschriften handelen over de meest uiteenlopende onderwerpen: het krijgswezen, de welsprekendheid, de spraakkunst en de historie, maar slechts zijn hoofdwerk is bewaard gebleven, de Naturalis historia (37 boeken), in het jaar 77 uitgegeven met opdracht aan Titus, een inhoudsen bronnenopgave. Dit werk bevat, volgens zijn eigen opgave, aantekeningen over meer dan 20.000 merkwaardige zaken, vergaard uit 2000 boekrollen van bijna 500 Griekse en Romeinse schrijvers met toevoegingen van hemzelf. Voor zijn tijd kan hij als kritisch compilator gelden, maar de standaard was niet zeer hoog; een zeer ruime blik tonen zijn beschouwingen over de onbegrensdheid en eeuwigheid van het heelal en over de godheid. Uitgaven: door C.Mayhoff (1906-09; herdr. 1967), door H.Rackham Jones e.a. (10 dln. 1938—62; met Eng.vert.), door J.Beaujeu, A.Ernout, R.Pépin e.a. 1947—66; met Franse vert.), door R.Koenig e.a. (1973 vgl.; met Du. vert.). LITT. J.J.M.Taeymans, De Naturalis Historia van Plinius als bron voor de econ. gesch. van de Rom. koningstijd en de republiek (diss.1962); K. Sallmann, Die Geographie des Älteren Plinius (1971).