Titus Maccus, Romeins dichter, *ca. 254 v.C. Sarsina (Umbrië), ♰184 v.C.Rome.
De juiste vorm van Plautus’ naam is een probleem, evenals de biografische gegevens. Volgens Cellius kwam hij reeds vroeg naar Rome, waar hij in dienst trad bij een toneelgezelschap. Later werkte hij bij een molenaar en schreef in zijn vrije tijd zijn eerste drie stukken, waarmee hij zoveel bijval oogstte, dat hij voortaan blijspeldichter bleef. Van de 130 stukken die in de oudheid op zijn naam stonden, heeft Varro er 21 als ontwijfelbaar echt erkend. Deze zijn alle fabulae palliatae; zij bewegen zich in de kring van het dagelijks leven (behalve de Amphitruo, een stuk met een mythisch thema) en zijn grotendeels intrigestukken.Het zijn bewerkingen van Griekse blijspelen uit de ‘Nieuwe komedie’. Plautus’ stukken zijn veel meer geromaniseerd dan die van Terentius, en toespelingen op Romeinse gebruiken zijn er kunstig doorheen gestrooid. Opmerkelijk zijn de levendige dialoog, karaktertekening, humor en het pakkende en komische van de verwikkelingen. Zijn taal is rijk aan nieuwgevormde woorden, woordspelingen en alliteraties, daarbij heeft hij een grote verscheidenheid van Griekse metra toegepast in de lyrische gedichten (cantica). Plautus is een onschatbare bron voor de kennis van het oudere Latijn en het Oudromeinse recht. Groot is de invloed van Plautus op het latere Westeuropese drama.
De uitgaven, navolgingen en vertalingen zijn legio. In 1968 veroorzaakte de opvoering door toneelgroep Centrum van Miles gloriosus (De smoeshaan) enige beroering vanwege de ‘onzedelijke’ inhoud. Het stuk werd in Haarlem zelfs verboden. Uitgaven: door W. M.Lindsay (1904-05; herdr. 1952); door A.Ernout (met Fr. vert., 7 dln. 1932-40); afzonderlijke stukken: Captivi door W.M.Lindsay (1900); Rudens, door F.Marx (1928; herdr. 1959); Mercator, door P. J.Enk 1932; 2e dr. 1966); Truculentus, door P.J.Enk (1953); Epidicus, door G.E.Duckworth (1940); Ned. vert. door J.Hemelrijk sr. (7 dln. 1964—67).
LITT. F.Leo, Plautinische Forschungen (2e dr. 1966); E.Segal, Roman laughter; the comedy of Plautus (1969); L.Braun, Die Cantica des Plautus (1970); L.Schaaf, Der Miles gloriosus des Plautus und sein griechisches Original (1976).