Johannes de Plano Carpini, Italiaans geestelijke en ontdekkingsreiziger, *(?) Piano de Carpine (bij Perugia), ♰(?).8.1252 (Italië?). De Plano Carpini had een belangrijk aandeel in de opbouw van de franciscanenorde in Duitsland, Bohemen, Hongarije en Polen.
In 1245 werd hij door het Concilie van Lyon als pauselijk gezant naar de Mongolen gezonden, om de mogelijkheid van een bondgenootschap tegen de islam te onderzoeken. Hij bereikte in juli 1246 het kamp van de grootkan in de Karakoram, waar hij getuige was van de verkiezing van Guujuug tot grootkan (kankan). Deze gaf hem een brief aan de paus mee terug, waarin onderwerping werd geëist. De Plano Carpini schreef een verslag getiteld Historia Mongolorum quos nos Tartaros appellamus (Geschiedenis der Mongolen die wij Tataren noemen). De Plano Carpini werd later benoemd tot aartsbisschop van Antivari (Montenegro).
LITT. H.C.A. Muller, Voorlopers en navolgers van Marco Polo (1944); I. de Rachewiltz, Papal envoys to the great khans (1971).