Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

planimetrie

betekenis & definitie

[Fr.], v.,

1. vlakke meetkunde, meetkunde van het platte vlak;
2. het bepalen van de grootte van oppervlakken met een planimeter.

De planimetrie is in hoofdzaak meetkunde uit de Elementen van Eukleides (300 v.C.). Een onderdeel van de planimetrie is het berekenen van de lengte van lijnstukken en van de oppervlakte van de figuren alsmede het bewijzen van betrekkingen tussen lijnstukken en oppervlakten, daarbij uitgaande van congruentie en gelijkvormigheid van driehoeken. Een ander onderdeel van de planimetrie vormen de constructies van figuren (punten, lijnen, lijnstukken, driehoeken, cirkels enz.) met passer en liniaal door toepassing van een tweetal grondconstructies (ook wel postulaten genoemd), het trekken van een lijn door twee gegeven punten (met de liniaal) en het beschrijven van een cirkel met een gegeven punt als middelpunt en een gegeven lijnstuk als straal (met de passer).

< >