Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

pistool (wapen)

betekenis & definitie

[Fr.], o. (pistolen), handvuurwapen: op het pistool vechten, duelleren; dat is een pistool op de borst van, een voortdurende bedreiging voor; als verkorting voor spuitpistool e.d.

Het pistool heeft een korte loop en is oorspronkelijk een voorlader die verder ontwikkeld is tot een achterlader (enkel schot) en zelflader. De meest voorkomende kalibers zijn 6,5, 7,65, 9 mm en .45 (ca. 11 mm). Pistolen met een kaliber van 6,5 mm zijn vaak onvergrendeld; de loop is vast gemonteerd. Bij de andere kalibers is de slede bij het afgaan van het schot aan de loop vergrendeld; nadat de loop een korte afstand teruggelopen is, wordt de slede ontgrendeld en gaat verder achteruit. De (acht tot dertien) patronen zijn geborgen in een magazijn, dat meestal in de greep geschoven wordt. Volautomatische pistolen hebben door de sterke opslag na een paar korte schoten geen ingang gevonden.

Luxe pistolen zijn ingelegd met ivoor en edele metalen. Duelleerpistolen zijn paarsgewijs zo gelijk mogelijk afgewerkt en in cassettes geborgen.

< >