v., (fysiologie) opname van meestal in vloeistof opgelost materiaal uit het extracellulaire medium van de cel door instulping gevolgd door afsnoering van de celmembraan.
Pinocytose onderscheidt zich van fagocytose doordat het gaat om opname van vloeibaar materiaal of zeer kleine niet-oplosbare deeltjes, terwijl bij fagocytose grotere deeltjes (bacteriën) worden opgenomen door uitstulping. Afhankelijk van de grootte van de instulping spreekt men van macro-en micropinocytose. Zowel macropinocytose als fagocytose leiden tot lysosomale afbraak van het opgenomen materiaal. Micropinocytose hoeft niet altijd door lysosomale afbraak te worden gevolgd. Fagocytose en pinocytose worden ook wel samengevat onder het begrip endocytose.