baring die niet gepaard gaat met de pijnen. In het algemeen gaat een baring gepaard met pijn doordat de baarmoedercontracties en de uitzetting van de weke weefsels tijdens de doortocht van het kind door het baringskanaal een zekere pijnprikkel teweeg brengen.
Er is echter een groot individueel verschil in de verwerking van de pijnprikkels. Emotionele factoren spelen een voorname rol en kunnen de pijnbeleving in ongunstige zin beïnvloeden. Pijnprikkels tijdens de baring zullen door de ene beleefd worden in verhouding tot hun werkelijke intensiteit; voor de andere zullen zij onder invloed van vrees en angst de bevalling doen uitgroeien tot een drama, gepaard met ondraaglijke pijn. Enerzijds is er een tendens ontstaan, vooral in de Angelsaksische landen, om de pijn tijdens de baring zoveel mogelijk door pijnverdovende middelen te bestrijden, wat echter niet zonder gevaar gebleken is voor zowel moeder als kind. Zodoende kwam in de vorm van een ‘psychologische’ methode van pijnbestrijding hierop een reactie. De Engelse arts G.D.Read voerde de methode in van de natuurlijke baring (1933), of beter van de ‘baring zonder vrees’ (1942).
In deze methode tracht men de emotionele factor van de pijnsensatie voornamelijk uit te schakelen door psychosomatische voorbereiding van de zwangere. In de USSR ontstond de psycho-profylactische methode van voorbereiding tot de baring volgens Velvovski en Nikolajev, die berustte op hypnose en suggestie, en grotendeels steunt op de leer van de geconditioneerde reflexen van de Russische fysioloog Pavlov. Het nadeel van de laatste methode is, dat, indien de vrouw toch pijn aangeeft, haar gebrekkig oefenen wordt verweten.