m. (-s), vliegtuigvleugel met pijlvorm.
Men spreekt van een pijlvleugel als de verbindingslijn van alle punten, die op eenvierde van de vleugelkoorden liggen, gerekend vanaf de voorzijde van de koorden, niet samenvalt maar een hoek maakt met de dwarsas van het vliegtuig. Zijn de vleugeleinden naar achteren gericht, dan wordt de pijlhoek als positief beschouwd. De pijlvorm, die de stabiliteit van het vliegtuig bevordert, wordt vooral bij vliegtuigen waarvan de snelheid de geluidssnelheid nadert, toegepast omdat deze het kritieke getal van Mach (Mach, getal van), waarbij de vleugelweerstand enorm gaat toenemen, voor de vleugel gunstig beïnvloedt.