Zuidamerikaanse Indianenstam in ZuidVenezuela, tussen de Orinoco en de Ventuari, ca. 2000—3000 in aantal. De Piaroca leven van de verbouw van maniok, van jacht (waarbij zij gebruik maken van vergiftigde pijlen) en visserij.
Zij zijn semi-nomadisch en verplaatsen hun grote ronde huizen veelvuldig. De taal van de Piaroa behoort tot een kleine taalfamilie die ook het Saliva in Colombia omvat. Verwantschap met andere talen is niet aangetoond.