Jean, Zwitsers psycholoog, *9.8.1896 Neuchâtel. Piaget werd in 1940 hoogleraar te Genève.
Hij werd bekend door zijn studies op het gebied van de kinderpsychologie, m.n. voor wat betreft de ontwikkeling van het denken (denkpsychologie). Hij introduceerde de ‘klinische methode’, een testmethodiek waarbij het kind niet alleen geobserveerd wordt, maar ook systematisch wordt uitgevraagd. Zijn latere werk is meer en meer interdisciplinair en beoogt vooral een wetenschapsfilosofische basis aan de menswetenschappen te geven. In 1972 ontving hij de Ned. Erasmusprijs. Werken: La représentation du monde chez l’enfant (1926), La causalité physique chez l’enfant (1927), Le jugement moral chez l’enfant (1932), La naissance de l’intelligence (1936), La formation du symbole chez l’enfant (1946), Les mécanismes perceptifs (1961), Six études de psychologie (1964), Psychologie et pédagogie (1969), Où va l’éducation? (1972), (met B.Inhelder) De psychologie van het kind (2e dr. 1973).
Uitgave: Gesammelte Werke (10 dln. 1975 vlg.).
LITT. J.H.Flavell, The development psychology of J.Piaget (1963); B.A.Geber (red.), Piaget and knowing (1977).