Belg. petroleumgroep, in 1920 te Antwerpen als NV opgericht onder de naam Compagnie Financière Belge des Pétroles. De activiteit van de groep (ca. 200 dochterondernemingen, verspreid over 25 landen) omvat alle fasen van de petroleumindustrie, van prospectie van petroleumbronnen en de produktie, tot de distributie, via transport, raffinage en petrochemie.
De onderneming heeft aldus het aspect van een volledig geïntegreerd bedrijf. Petrofina is de grootste Belg. onderneming met een omzet van BF 229,8 mrd. (geconsolideerd) in 1978.De economische activiteiten die Petrofina onderneemt, zijn:
1. Produktie en prospectie. Petrofina produceert ruwe petroleum en aardgas in Canada, de VS en Angola en sinds 1969 in de Noordzee (Noorse en Britse sector). Prospectie wordt uitgevoerd in dezelfde landen, evenals in Spanje, Marokko, Iran en Spitsbergen. Haar eigen olieproduktie bedroeg in 1974 ca.3,5 mln. t.
2. Raffinage. Petrofina bezit in Europa een grote raffinagecapaciteit. In 1974 werd 26,8 mln. t. olie verwerkt. Voor de winning van ruwe olie heeft zij contracten gesloten met British Petroleum en Phillips Petroleum.
3. Petrochemie. Samen met Phillips Petroleum is zij een van de belangrijkste bedrijven van ethyleen ter wereld.
4. Transport. De vloot van Petrofina bestaat uit tankers met een globale tonnage van meer dan 3,4 mln. t (eind 1977), waarvan 825000 t in eigendom. Petröfina heeft daarbij belangen in diverse pijpleidingen (o.a. 28 % in die van Rotterdam naar Antwerpen).
5. Distributie. De afgewerkte petroleumprodukten worden op de markt gebracht onder de benaming fina in bijna alle landen van Europa en in vele andere landen.
6. Diversen. Petrofina heeft belangen in verschillende industrieën: plantaardige oliën (Palmafina), industriële vetten (Oleochim), verf, vernis, lak (Belgolac en Pieter Schoen), kleefstoffen (Plycol Fina), wateronderzoek (Finagua, Spanje), branders (Dumatic), civiele bouwkunde en wegenbouw (Société routière et d’entreprises générales), ijzerpoeder (Fina Metal Canada) enz. geschiedenis. Na de Tweede Wereldoorlog kwam Petrofina in het gedrang ten gevolge van de inbeslagname van haar activa in Roemenië, de schade aan haar Westeuropese instellingen en het verlies van een aanzienlijk deel van haar petroleum tankers.
Door het afsluiten van een contract op lange termijn met BP (British Petroleum) voor de bevoorrading van ruwe petroleum, en de gezamenlijke oprichting van SIBP (Société Industrielle Belge des Pétroles) kon de eerste stap worden gezet naar latere akkoorden met ondernemingen als Total en Phillips Petroleum. Aldus kon een nationale raffineringsindustrie tot stand komen en gestart worden met andere soorten van produktie (petrochemie, fabricage van glycerol, stearine, verf etc.). Door samenwerkingsverbanden aan te gaan met grote buitenlandse ondernemingen wist de groep Petrofina zich te vestigen in vele landen. In 1978 waren er 23000 werknemers in dienst bij dit concern. Haar winstcijfers (1974: BF 5 mrd., 1975: BF 5,9 mrd., 1976: BF 6 mrd.) laten pas sinds 1977 (BF 5,6 mrd.) een terugslag zien als gevolg van de oliecrisis (in 1978 opnieuw BF 6 mrd.). Het geld voor de investeringen werd in 1977 voor bijna de helft besteed aan de produktie in de Noordzee (Ekofisk).
