[Lat. persistere, volharden], bn., volhardend, blijvend.
In de planteziektenkunde gebruikt men de term persistent voor de eigenschap van een door een vector overgebracht virus, dat eerst enige tijd in de vector moet verblijven voordat het weer aan planten kan worden afgegeven. Bij een persistent virus blijft de vector meestal lang infectieus, en in enkele gevallen gaat het virus ook op de volgende generatie van de vector over. In de vector kan virusvermeerdering optreden (non-persistent).