(ook: Laurentiusstroom), zwerm vallende sterren, die zich van half juli tot half aug. vertonen; de zwerm ontplooit 10—13 aug. zijn grootste activiteit. In de loop van deze periode verandert de bewegingsrichting van de aarde door het heelal aanzienlijk, en daardoor bemerkt men een verplaatsing van het schijnbare straalpunt naar het oosten; ca. 20 juli is het in Cassiopeia te vinden, 10 dagen later in Perseus en half aug. in de Giraffe.
De zwerm is rijk; in gunstige omstandigheden (bij afwezigheid van maanlicht) ziet men gedurende het maximum, ca. 12 aug. gewoonlijk ca. 50 vallende sterren per uur. Het verschijnsel treedt elk jaar nagenoeg in dezelfde sterkte op. De baan van de Perseïden komt overeen met die van de komeet 1862 m (Tuttle), een vrij heldere komeet, die een staart van 15° lengte heeft vertoond. De Perseïden zijn ontstaan uit deze komeet; de meteorenzwerm schijnt vrijwel gelijkmatig verdeeld te zijn over de gehele lengte van de elliptische baan.