[Eng., Lat. perpendicularis, afhangend], (laatste) periode uit de Engelse gotiek, ca.1375 tot het begin van de renaissance (16e—17e eeuw). In het algemeen is er sprake van doorgaande verticale lijnen en ondersteuningen die even lang zijn.
Hierdoor en door de onderverdeling van het bovenste metselwerk in rechthoekige, opengewerkte panelen ontstaat een horizontaal lijneneffect. De gewelven zijn waaiervormig en bewerkt in ingewikkelde ribbelstructuren. Een karakteristiek voorbeeld is de kathedraal van Gloucester.