m. (-s), (Ned.-Indië, 17e-19e eeuw), eigenaar van ‘perken’ (tuinen) muskaatbomen op de Banda Eilanden.
De perkeniers vestigden zich op deze eilanden nadat de bevolking voor het grootste deel om het leven was gebracht tijdens een Ned. strafexpeditie. Aan voormalig personeel van de Verenigde Oostindische Compagnie (voc) werden perken toegewezen waarop zij met slaven uit Nieuw-Guinea en Timor de muskaatnotenteelt beoefenden. De noten en de foelie moesten de perkeniers tegen vaste prijzen aan de voc leveren, waardoor de Compagnie zich verzekerde van het monopolie in de muskaatnotenhandel.