[Lat. darm], o., (ook: dam, bilnaad), de weefselbrug tussen de uitwendige geslachtsorganen en de anale opening.
Bij de man is het perineumgebied groter dan bij de vrouw. Door zijn structuur is het van belang als steun van de bekkenorganen. Na de baring, waarbij het perineum sterk gerekt wordt, kan het zwakker worden, waardoor er meer kans is op een verzakking van de inwendige vrouwelijke geslachtsorganen.