Frans dichter, *4.7.1889 Rezé, ♱18.9.1959 Parijs. Péret nam deel aan de Spaanse Burgeroorlog.
Hij was een van de belangrijkste dichters van het surrealisme met zeer lyrische en sterk beeldende poëzie. Hij wilde dat zijn gedichten, waaraan aardse eenvoud, bitterheid en felheid niet vreemd waren, een onthullende en bevrijdende uitwerking zouden hebben. Zijn werk heeft een scherp satirisch karakter. Werken: poëzie: Le passager du transatlantique (1921), Immortelle maladie (1924), 152 proverbes mis au goût du jour (1925; met Paul Eluard), Dormir, dormir dans les pierres (1927), Le grand jeu (1928), Je ne mange pas de ce pain-la (1936), Le déshonneur des poètes (1945), Main forte (1946), Feu central (1947), Air mexicain (1952); proza: Mort aux vaches et au champ d’honneur (1953), Anthologie de l’amour sublime (1956), Le gigot, sa vie et son oeuvre (1957), Anthologie des mythes, légendes et contes populaires d’Amérique (1960).
Litt. J.L.Bédouin, B.Péret (1961); G.Courtot, Introduction ä la lecture de B.Péret (1966).