[Lat.], o. (-en),
1. (zonder mv.) ten honderd; een dividend van 7 percent, in verhouding tot het kapitaal, nl. de winst; met betrekking tot de koers: deze obligaties staan op 92 percent (procent); aantal per honderd: het schoolverzuim is gemiddeld 4 percent (procent);
salarisverhoging in centen of percenten; oneig. met betrekking tot andere begrippen dan getallen of waarden: 90 percent (procent) van de mensen gelooft dat; het is voor 95 overdrijving, voor het allergrootste deel.