[Eng. Poets/Playwrights: dichters/toneelschrijvers, Essayists/Editors: essayisten/redacteuren en Novelists: romanciers], een internationale vereniging van letterkundigen, met de hoofdzetel te Londen en gesticht op suggestie van de Engelse schrijfster Catherine Dawson Scott op 5.10.1921 te Londen.
Er waren in 1978 ca. 100 PEN-centrain76 landen. Men wordt lid door het charter te ondertekenen, waarin de pen zich uitspreekt tegen rassen-, klassen-en volkerenhaat, tegen onderdrukking van de vrije meningsuiting en voor eerbiediging van andermans persoonlijkheid, vrijheid in woord en geschrift en hooghouding van het ideaal van een in vrijheid levende mensheid. De eerste voorzitter was J.Galsworthy die zijn Nobelprijs aan de pen schonk (1933). Op Ned. initiatief kwam een Emergency Fund tot stand ter ondersteuning van door censuur getroffen schrijvers. In Nederland werd in 1924 een PEN-centrum gesticht; voorzitters zijn geweest: Boutens, Van Vriesland, Brandt, Dinaux en Peijpers. In België bestaan een Vlaams en een Waals centrum.
Het eerste internationale PEN-congres werd in 1923 gehouden, daarna o.a. in Amsterdam (1931 en 1954), Brussel (1927) en ’s-Gravenhage (1976). De Hongaarse opstand van 1956 veroorzaakte binnen de pen scherpe tegenstellingen. In Nederland publiceerde de pen ook werk van haar leden: Ontluisterde mei 1940 (1960) en Met geen PEN te beschrijven (1961). Vanaf 1970 verschijnt regelmatig een periodiek van het Ned. en Vlaamse PEN-centrum, PEN-kwartaal.