[Gr. pemphigos, blaar, blaas], m., een niet-besmettelijke ernstige huidziekte, gekenmerkt door erwt-tot mandarijngrote blaren, gevuld met helder of bloederig vocht.
De blaren kunnen over de gehele huidoppervlakte verspreid voorkomen, evenals op de slijmvliezen. Ze barsten bij aanraking en laten een pijnlijke, rood-of witglanzende erosie achter, die langzaam geneest. Dagelijks ontstaan enkele tot zeer vele nieuwe blaren. Men kent diverse vormen van deze ziekte, o.a. de pemphigus vulgaris, pemphigus foliaceus, pemphigus vegetans, al naar gelang het aspect van de uitslag. De ziekte kan soms een goedaardig verloop hebben, maar leidde vroeger meestal in enkele dagen of maanden tot de dood, afhankelijk van de uitgebreidheid van de ziekte. Niettemin kan de blaaren korstvorming soms maandenlang tot kleine plekken van de huid beperkt blijven (liezen, oksels, behaard hoofd, mond), met behoud van een goede algemene gezondheidstoestand.
De oorzaak van pemphigus is niet bekend. De diagnose kan soms pas na een uitgebreid onderzoek (o.a. microscopisch onderzoek van een stukje zieke huid) worden gesteld. Door behandeling met cortison en aanverwante preparaten slaagt men er tegenwoordig in de patiënt in goede conditie te houden.