(ook: Sinanthropus), uitgestorven hominide waarvan fossiele resten gevonden zijn in een verlaten steengroeve bij Tsjowkowtien, 20 km ten zuidwesten van Peking. Skeletdelen van de Pekingmens zijn begin 1920 opgegraven door o.a. de Zweed J.G.Andersson, de Oostenrijker O.Zdansky en de Canadees D.Black.
Na de dood van Black (1934) werkte de Duitser F.Weidenreich mee, die al het materiaal zeer nauwkeurig heeft beschreven. Zo zijn er bewerkte steensplinters (werktuigen) gevonden, een menselijke kies en in 1929 de eerste schedel. Verder werden in de steengroeve resten van meer dan 40 mannen, vrouwen en kinderen gevonden, alsmede aanwijzingen voor hun gebruik van vuur, voedsel en werktuigen. Ook zijn er tekenen aangetroffen, die wijzen op het bestaan van kannibalisme. Het materiaal is echter tijdens de Tweede Wereldoorlog geheel verloren gegaan.Vanwege gedragskenmerken is de Pekingmens, die mogelijk over een groot gebied verspreid voorkwam, thans ingedeeld onder de naam Homo erectus.
LITT. H.Howells, Mensheid in wording (1964); E. White en D.Brown, De eerste mensen (1973).