Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

peer

betekenis & definitie

I. v./m. (peren),

1. de sappige vrucht van de pereboom: een peer voor dessert; peren koken, stoven, bakken; (zegsw.) als de rijp is, valt hij, alles gebeurt op zijn tijd; met de gebakken peren blijven zitten, tegen de bedoeling met iets blijven zitten, ervoor moeten opdraaien;
2. (oneig.) muilpeer, oorveeg: iemand een draaien;
3. voorwerp dat de vorm van de genoemde vrucht heeft: elektrische peer, peervormig gloeilampje;
4. (gemeenz.) kerel, snuiter: een waardeloze peer;

II. m., pereboom, een gekweekte boomsoort van het geslacht Pyrus uit de familie van de Rosaceae: wilde De bloesem van de gekweekte pereboom is wit, terwijl die van de appel meestal roze is. De cultuur van de peer is zeer oud. De boom kan goed door zaad vermenigvuldigd worden, maar door sterke bastaardnatuur is hij niet zaadvast. Stekken en afleggen kunnen niet worden toegepast, omdat de afzonderlijke twijgen heel moeilijk wortels vormen. Daarom neemt men zijn toevlucht tot enten, waartoe ook het oculeren wordt gerekend. De uit zaad gekweekte pereboompjes dienen dan als onderstam, terwijl als ent twijgdelen of afzonderlijke knoppen van de voort te kweken soort dienst doen.

In vele gevallen, doorgaans bij de kleinere vormen, neemt men in plaats van zaailingen de kwee als onderstam. Men kent verschillende kweetypen, type MA, MC en selectie Adams. Peren op kwee veredeld zijn vroeger in produktie en de bomen blijven kleiner. Sommige rassen zijn niet goed verenigbaar met kwee. In dat geval wordt een tussenstam van Beurré Hardy of Le Curé gebruikt. De belangstelling voor de perenteelt neemt in Nederland af.

Het areaal wordt voortdurend kleiner: van 8355 ha in 1970 tot 6926 ha in 197

5. De produktie schommelt van 50 mln. kg tot 130 mln. kg. De aanvoer bestaat uit de rassen Conférence, Doyenné du Comice, Legipont, Beurré Hardy, Clapp’s Favourite en tal van minder belangrijke variëteiten. Geplant wordt thans uitsluitend Conférence, Doyenné du Comice en stoofperen. Vroege rassen worden niet meer geplant in verband met de sterke concurrentie in juli en aug. van Italië en Frankrijk. De teelt van peren is in Nederland geconcentreerd in het zuidwesten, Utrecht, de Betuwe, Noord-Holland en Zuid-Limburg.

Vanwege de vroege bloei (2e helft april) zijn peren gevoelig voor nachtvorst. Koud bloeiweer veroorzaakt vaak een slechte vruchtzetting. Een normale produktie kan geschat worden op 25000-35000 kg/ha. Het aantal arbeidsuren wisselt van 350-500 h/ha. Een belangrijk deel van de produktie wordt opgeslagen in koelhuizen en komt aan de markt van nov.-april. Vooral het ras Conférence is bijzonder lang houdbaar met behoud van een goede smaak. Een 20-35 % van de Ned. handelsproduktie wordt geëxporteerd naar de BRD, Groot-Brittannië, Frankrijk, België en de Canarische Eilanden.

In België is geen negatieve produktietrend waarneembaar. De meest gekweekte variëteiten zijn Conférence, Doyenné du Comice, Durondeau, Beurré Hardy, Triomphe de Vienne, Williams, Clapp’s Favourite en Beurré Lucas. Vooral in het Haspengouwse is de perenteelt geconcentreerd (streek van Sint-Truiden). In 1976-77 voerde België ca. 22000 t peren in (vooral uit Frankrijk, Nederland, Italië en de BRD); de uitvoer bedroeg ca. 15000 t (m.n. naar Frankrijk, BRD, Nederland en Groot-Brittannië).

< >