Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Peel, sir Robert

betekenis & definitie

Engels politicus, *5.2.1788 Chamber Hall (bij Bury, Lancaster), ♱2.7.1850 Londen. Peel sloot zich aan bij de Tories en werd in 1809 lid van het Lagerhuis.

In 1810 werd hij onderstaatssecretaris voor Koloniën, van 1812-18 was hij minister voor Ierland, in welke functie hij de Repeal-beweging van D.O’Connell bestreed. Hij was tevens scherp tegenstander van de emancipatie van de rooms-katholieken en werd om die reden in 1817 door de Universiteit van Oxford herkozen voor het parlement. Van 1821-30 (met een korte onderbreking in 1827-28) was hij minister van Binnenlandse Zaken, in welke functie Peel het politieapparaat en het onderwijs verbeterde en de schaalrechten op graan invoerde. Van 1830—41 leidde hij de conservatieve oppositie, onderbroken door een korte periode als premier in 1834-3

5. Van 1841-46 was Peel opnieuw premier en tevens minister van Financiën. Aanvankelijk bleef hij zich verzetten tegen verlaging van de invoerrechten en weigerde hij m.n. de opheffing van de Corn Laws.

De aardappelziekte van 1846 echter en de daarop volgende hongersnood o.a. in Ierland deden Peel wijken voor de aandrang der liberalen. Hij sprak zich uit voor afschaffing van de Corn Laws. Toen echter bleek, dat hij slechts door een deel van de Tories hierin werd gevolgd en dat de meerderheid zich onder leiding van B.Disraeli afscheurde, trad Peel af. Sedertdien leidde hij de fractie van de peelites, een tussengroep tussen conservatieven en liberalen, die weinig invloed kon doen gelden. Uitgave: Collection of the speeches of sir R. Peel (4dln. 1835—53);Memoirs (2 dln. 1856-57).

LITT. C.S.Parker, R.Peel from his private papers (3 dln. 1891-99); N.Gash, Politics in the age of Peel, 1830-50 (1953); N.Gash, The life of sir R. Peel to 1830 (1961); H.W.C.Davis, The age of Grey and Peel (2e dr. 1964); G.S.R.Kitson Clark, Peel and the Conservative Party (1964); A.A.W.Ramsay, Sir Robert Peel (1969).

< >