[Eng.], m. (-s),
1. geslachtsregister en stamboom, bij de fokkerij van huisdieren;
2. lijst van vorige eigenaars van een kunstwerk, die uitsluitsel kunnen geven omtrent de authenticiteit ervan: een Mingschotel met tot de 16e eeuw teruggaande In een pedigree wordt rechts de vader en links de moeder vermeld en daaronder weer de ouders, grootouders, overgrootouders en eventueel verdere generaties van beiden; deze optekening lijkt enigszins op een vogelpoot. Uit de pedigree tracht men de fokwaarde van een dier af te leiden.
Hoe meer generaties er in een stamboom liggen tussen het te beoordelen dier en een bepaalde voorouder, des te minder betekenis moet aan deze voorouder toegekend worden. Theoretisch krijgt een bepaald individu slechts één kwart van de genen van zijn grootvader en de helft van zijn vader. Men kan de afstamming ook omgekeerd afbeelden, dus van beneden naar boven.