Mexicaans schrijver, *31.3.1914 Mexico Stad. Paz was tot 1968 in diplomatieke dienst.
Hij wordt gezien als een van de belangrijkste dichters van Latijns-Amerika, samen met Neruda en Vallejo. Ondanks zijn politieke bewustzijn schrijft Paz geen sociale, maar een sterk persoonlijke poëzie waarin de thema’s van liefde en dood centraal staan. Dit maakt zijn gedichten tot een sterk hermetische poëzie, waarin het zoeken naar harmonie en naar de zin van het leven constante kenmerken zijn. Paz heeft zich verder in vele belangrijke essays, waarvan de bekendste El laberinto de la soledad (1950) is, beziggehouden met het interpreteren van het verleden en de aard van Mexico. Werken: Ralz del hombre (1937), El labirinto de la soledad (1950; Ned. vert. Het labyrint der eenzaamheid, 1975), Aguila o sol? (1952; Ned. vert.
Zonnesteen, 1974), Semillas para in hirnno (1954), Libertad bajo palabra (1960; verzamelde poëzie 1935-58), Salamandra (1962), Topoemas (1967), Corriente alterna (1967), Lader este (1969: verzamelde poëzie na 1958), Las peras delolmo (1971), Teatro de signos (197.4), Los hijos del limo (1974; Ned. vert. Kinderen van het slijk, 1976).
LITT. R.Phillips, The poetic modes of O.Paz (1972); I.Ivask (red.), The perpétuai present. The poetry and prose of O.Paz (1973); A.Flores (red.), Aproximaciones a O.Paz (1974); M.LeMaitre, O. Paz, Poesia y poëtica (1976).