Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

patriciër

betekenis & definitie

[Lat. patricius], m. (-s),

1. (Romeinse oudheid) lid van de oorspronkelijke adel;
2. adellijk burger van sommige middeleeuwse Italiaanse republieken;
3. iemand die behoort tot de regentenfamilies van een stad, niet-adellijk persoon uit de aanzienlijke voorname stand: een Amsterdamse patriciër.

In het oude Rome was een patriciër een afstammeling van de familiehoofden die aan de stichting van de stad hadden deelgenomen. Tegenover hen stond de plebs, het gewone volk. Oorspronkelijk hadden alleen patriciërs zitting in de Senaat, maar later werden zij aangevuld uit vermogende plebejische geslachten. Sinds Constantijn de Grote (30637) was patricius een persoonlijke adelstitel, die door de keizer verleend werd.

< >