[Fr.], v. (-s),
1. gelegenheid, mogelijkheid om te passeren: de stremmen;
2. overtocht: bespreken, nemen, boeken; ook met betrekking tot luchtreizen;
3. biljet voor overtocht;
4. (sterrenkunde) het passeren van de meridiaan door een ster;
5.een meestal met glas overdekte winkelstraat, als verbinding tussen twee hoofdstraten;
6. gedeelte van een geschrift of muziekstuk;
7. (muziek) snelle, melodische figuur, samengesteld uit loopjes of gebroken akkoorden.