Perzisch nomadenvolk in het zuiden van Centraal-Azië, dat in 248 v.C. opstond tegen de Seleukiden, de satrapie Parthia bezette en er een rijk stichtte, dat onder koning Mithridates I (174 v. C.—136 v.C.) tot aan de Eufraat reikte.
Dit rijk werd geregeerd door de Arsakiden. Het was een feodaal koninkrijk. Hoofdsteden waren Ktesifon en Ekbatana. De Parthen hingen de leer van Zoroaster aan. Zij spraken Pehlevi. Gevreesd waren hun geharnaste ruiterij en hun bereden boogschutters.
Aanvankelijk stonden zij niet vijandig tegenover de hellenistische cultuur, later ontstond er een Perzisch nationalisme. Dit resulteerde in de machtsovername door de Perzen (226). De kunst van de Parthen was een mengsel van Griekse en oosterse elementen.litt. R.Ghirshman, Iran. Parthians and Sassanians (1962); M.A.R.Colledge, The Parthians (1967); K.Weidemann, Untersuchungen zur Kunst und Chronologie der Parther und Kuschan vom 2. Jhrt. v.C. bis zum 3. Jhrt. n.C. (1971).