Grieks filosoof, *ca.515 v.C. Elea (Zuid-Italië), tna 451 v.C.Elea.
Parmenides was de stichter van de Eleatische School. Bewaard gebleven zijn aanzienlijke fragmenten van een door hem in moeizame hexameters geschreven leerdicht Peri fuseoos (Over de natuur). Het denken van Parmeni-des is apriorisch: hij gaat uit van een fundamentele stelling en tracht daaruit langs rationele weg een aantal consequenties dwingend af te leiden. De fundamentele vraag luidt: ‘Is het of is het niet?’ Parmenides stelt nu dat op deze vraag principieel slechts twee antwoorden mogelijk zijn: 1. het is en kan niet niet zijn, d.w.z. het is noodzakelijk;
2. het is niet en kan niet wèl zijn, d.w.z. het is niets in absolute zin. Slechts de eerste ‘weg’ biedt voor het denken perspectief. Parmenides leidt daaruit een aantal consequenties af; het zijnde is ongeworden, onvergankelijk, heeft niets te maken met verleden, toekomst of veranderlijkheid, is in zijn geheel nu; het is één, ondeelbaar en zonder innerlijke gradaties. Wanneer men nu deze eigenschappen die door het zuivere denken a priori uit het absolute karakter van het zijn worden afgeleid - van toepassing verklaart op de kosmische werkelijkheid, dan leidt dit tot een ontkenning van de beweging, de verandering, worden en vergaan, een ontkenning dus van feiten die men in deze wereld ervaart en vaststelt (fusis). Zijn deze klaarblijkelijke verschijnselen dus louter schijn? Deze conclusie lijkt te simplistisch: Parmenides kent nog een ‘derde weg’. Het is het antwoord dat de gewone stervelingen geven: ‘het is en het is niet’, d.w.z. in het éne opzicht kan iets zijn, in een ander opzicht niet.Het absolute zijn van de eerste ‘weg’ wordt door de gewone stervelingen gerelativeerd. Parmenides schijnt niet méér te hebben willen zeggen, dan dat deze derde ‘weg’ niet tot echte kennis leidt, maar slechts tot een gereduceerde vorm van kennen, tot een ‘menen’. Echt kennen, denken in strikte zin (no'éin) heeft slechts met de eerste ‘weg’ van doen: daarom zijn denken en (echt, absoluut) zijn hetzelfde. De Parmenides-interpretatie heeft te vaak de tweevoudige betekenis van het Griekse doxa (mening én schijn) verward, en heeft daardoor Parmenides’ wereld van de doxa tot een wereld van louter schijn gedegradeerd. In de verdere geschiedenis van het Griekse denken heeft de door Parmenides ingevoerde tegenstelling van echte kennis en mening, van echt zijn en gereduceerd zijn, een grote rol gespeeld. Zij is een van de kernproblemen geworden in het denken van -Platoon. Uitgaven: Vom WesendesSeienden, door U.Hölscher (1969); Texte undFragmente, door K.Riezler (1970).
LITT. W.J.Verdenius, Parmenides (1964); J.Mansfield, Die Offenbarung des Parmenides und die menschl. Welt (1964); L.Taran, Parmenides (1965); A.P.D.Mourelatos, The route of Parmenides (1970); K.Reinhardt, Parmenides und die Geschichte der griech. Philosophie (3e dr. 1977).