[Fr.] (parfumeerde, heeft geparfumeerd),
1. met een aangename geur vervullen of doordringen: papier, linnengoed parfumeren; deze eau de cologne is licht geparfumeerd;
2. zich parfum gebruiken;
3. (ook: odoriseren), het door toevoegingen reukbaar maken van reukloze, meest schadelijke of gevaarlijke stoffen, b.v. het toevoegen van tetrahydrothiofeen of een mengsel van dimethylsulfide en mercaptanen aan aardgas.