[Gr. parenthesis, invoering], v. (-thesen),
1. tussenin, m.n. buiten syntactisch verband, vaak tussen streepjes of haakjes geplaatst; bij parenthese (parentese), als inlassing;
2. ben. voor de ronde haakjes waartussen een tussenzin kan worden geplaatst; (algebra) haakjes om de delen van een grootheid met elkaar te verbinden;
3. (gew.; gall.) een parenthese (parentese) openen: even van het onderwerp afdwalen.