[Lat. sol, zon], m. (-s), scherm tegen felle zonneschijn.
De parasol is zowel een (reeds oud) gebruiksvoorwerp als een teken van waardigheid, m.n. in tropische landen. In Italië werd hij ook door kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders gebruikt. Later werd hij algemener. In de westerse wereld van de 20e eeuw is vrijwel alleen de staande vorm (tuinparasol) nog in zwang.