bn. en bw., gezegd van de uitwisseling van erffactoren: plaatsvindend buiten de geslachtelijke voortplantingscyclus.
Genetische uitwisseling vindt vaak plaats via de seksuele cyclus van bevruchting en reductiedeling (meiose). Het is echter allerminst zo dat de hierbij betrokken fusie van celkernen, reductie van het chromosomenaantal en recombinatie alleen bij de geslachtscellen optreden: deze treden ook bij lichaamscellen (somatische cellen) op, al is het minder vaak. M.n. bij schimmels is een volledige paraseksuele cyclus mogelijk. Bij hogere organismen spreekt men dan van een somatische erfelijkheid.